Aanpassingen loon- en inkomstenbelasting
Algemene heffingskorting
Het maximum van de algemene heffingskorting wordt per 1 januari 2014 verhoogd met € 138 naar € 2.100. Na aftrek van de in het Belastingplan 2012 geregelde verlaging per 1 januari 2014 van € 39 stijgt de heffingskorting dus met € 99. Voor inkomens vanaf het begin van de tweede tariefschijf in de loon- en inkomstenbelasting (€ 19.645) wordt de algemene heffingskorting verminderd met het toenemen van het inkomen tot aan het einde van de derde tariefschijf (2013: € 55.991, 2014 € 56.531) met 2% van het inkomen in box 1. In 2015 bedraagt de afbouw 2,1% en loopt deze door tot nihil. Vanaf 2016 is de afbouw 3,05%. In 2014 bedraagt de algemene heffingskorting voor inkomens vanaf de vierde tariefschijf € 1.363. In 2015 bedraagt de algemene heffingskorting vanaf een inkomen van circa € 120.000 nihil.
Arbeidskorting
De arbeidskorting wordt verhoogd om werken lonender te maken. Het maximum van de arbeidskorting gaat met ingang van 1 januari 2014 van € 1.723 naar € 2.097. Voor de volgende jaren is een verdere verhoging van het maximum van de arbeidskorting voorzien.
Voor hogere inkomens wordt de arbeidskorting in drie stappen verder afgebouwd tot uiteindelijk nihil. In 2017 bestaat bij een inkomen vanaf € 110.000 geen recht meer op arbeidskorting.
Inflatiecorrectie loon- en inkomstenbelasting
De inflatiecorrectie in de loon- en inkomstenbelasting vindt, net als in 2013, niet plaats.