Werkgever mocht loonbetaling niet opschorten
Werkgevers zijn verplicht het loon bij ziekte van werknemers door te betalen. De werknemer mag zijn herstel niet belemmeren, maar heeft een grote mate van vrijheid bij de keuze van de wijze waarop hij wil genezen. Die vrijheid vloeit voort uit het recht op lichamelijke integriteit en het recht op eerbiediging van het privéleven. Beide rechten zijn zogenaamde grondrechten. Bij toepassing van in grondrechten vastgelegde vrijheden in de verhouding tussen werkgever en werknemer moet een belangenafweging plaatsvinden. Wanneer de zieke werknemer door een beroep op de hiervoor bedoelde grondrechten zijn genezingsproces belemmert of vertraagt, hoeft de werkgever het loon van deze werknemer gedurende de periode van vertraging niet door te betalen.
In een voorkomend geval, waarin een werknemer met diabetes weigerde om insuline te injecteren, was volgens de kantonrechter in kort geding geen sprake van een dergelijke belemmering of vertraging van het herstel. Uit de UWV-rapportage bleek dat de verzekeringsarts de mening van de werkgever dat de werknemer zijn herstel belemmerde niet deelde. De huisarts van de werknemer had vastgesteld dat bloedwaarden van de werknemer als gevolg van de gekozen behandeling sterk waren verbeterd. De kantonrechter was van oordeel dat de werkgever de loonbetaling niet mocht opschorten.