Wanneer is een brief een bezwaarschrift?
Wie het niet eens is met een besluit van een bestuursorgaan zoals de Belastingdienst, kan dat kenbaar maken door het indienen van een bezwaarschrift. De wet stelt een aantal minimumeisen waaraan een bezwaarschrift moet voldoen. Is dat niet het geval, dan moet het bestuursorgaan de indiener de gelegenheid geven om het verzuim te herstellen. Volgens vaste jurisprudentie is niet nodig dat in een bezwaarschrift uitdrukkelijk wordt gezegd dat het om een bezwaar gaat. Wanneer de inhoud van een geschrift er geen twijfel over laat bestaan dat de indiener het niet eens is met een genomen besluit, dan moet het bestuursorgaan dat geschrift als een bezwaarschrift aanmerken. Ook een verzoek om uitstel van betaling kan onder omstandigheden een bezwaarschrift omvatten. Dat betekent echter niet, dat iedere brief aan de Belastingdienst een bezwaarschrift is.
In een voorkomend geval ging iemand in beroep tegen het niet doen van uitspraak op een bezwaarschrift door de Belastingdienst. Het ging om een brief die kort na het opleggen van een aanslag naar de Belastingdienst was gestuurd. Volgens Hof Leeuwarden kon uit deze brief niet worden opgemaakt dat deze bedoeld was om bezwaar te maken tegen de aanslag. Ook uit andere stukken bleek niet dat rond de tijd van het versturen van de brief de belanghebbende de intentie had om bezwaar te maken. Ten overvloede merkte het hof op dat als de brief al als bezwaarschrift zou kunnen worden aangemerkt, het beroep tegen de fictieve weigering tot het doen van uitspraak op bezwaar door de Belastingdienst te laat was ingediend. Na de brief was ruim vijf jaar verstreken voordat het beroepschrift werd ingediend. De enige reden die daarvoor werd aangevoerd was dat de indiener zich er niet van bewust was dat hij bezwaar had gemaakt. Dat is volgens het hof geen rechtvaardiging voor de late indiening van het beroepschrift.