Toekomst systeem waardeoverdracht pensioen
De staatssecretaris van Sociale Zaken heeft in een brief de Tweede Kamer geïnformeerd over aanpassing van de bestaande regeling van waardeoverdracht van pensioenen. De doelstelling van deze regeling was het voorkomen van pensioenverlies bij eindloonregelingen als gevolg van wisseling van baan. Door de omschakeling van eindloon- op middelloonregelingen is deze doelstelling achterhaald. Daar komt bij dat het bestaande systeem voor werknemers niet inzichtelijk is en met name door bijbetaling tot problemen leidt. De bij de uitvoering van pensioenregelingen betrokken partijen zijn daarom van mening dat het systeem van individuele waardeoverdracht moet worden aangepast.
De staatssecretaris vindt het recht op individuele waardoverdracht belangrijk voor werknemers, omdat zij daardoor de mogelijkheid hebben om hun oudedagsvoorziening naar wens in te richten. Het onderbrengen van alle pensioenaanspraken bij één pensioenuitvoerder kan de keuze voor flexibele pensionering vergemakkelijken en zal in het algemeen leiden tot lagere uitvoeringskosten. Als het systeem van individuele waardeoverdracht moet blijven bestaan, zou waardeoverdracht moeten plaatsvinden op basis van de gefinancierde waarde van pensioenaanspraken en niet op basis van de hoogte van de pensioenaanspraken. De ingewikkelde rekenregels om de bestaande en de nieuwe pensioenregeling op elkaar te laten aansluiten, zouden moeten vervallen.
Verder vindt de staatssecretaris dat het systeem van waardeoverdracht eenvoudiger en efficiënter moet worden. Onderdeel daarvan zou kunnen zijn dat kleine pensioenen automatisch en verplicht worden overgedragen op verzoek van de overdragende pensioenuitvoerder. Nader onderzoek daarnaar is nodig. Dat geldt ook voor de verruiming van de mogelijkheden voor collectieve waardeoverdracht.
De tijdelijke beperking van de plicht tot waardeoverdracht bij bijbetalingslasten blijft bestaan tot het moment waarop nieuwe wetgeving rondom de waardeoverdracht van kracht wordt. Wel wordt de regeling met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014 aangepast aan de wijziging van de definitie van “kleine werkgever” in het Besluit Wet financiering sociale verzekeringen.