Pachtersvoordeel met toepassing foutenleer bij staking belast
De winst uit onderneming omvat alle voordelen die uit een onderneming worden verkregen. Om te voorkomen dat door een onjuiste waardering bepaalde voordelen uit een onderneming niet of dubbel worden belast, is de foutenleer ontwikkeld. De foutenleer maakt het mogelijk om de belastinggevolgen van een onjuiste waardering in het ondernemingsvermogen die niet in het jaar van het ontstaan van de fout hersteld kunnen worden, in een volgend jaar te herstellen.
Vooruitlopend op de start van zijn onderneming kocht een landbouwer grond in verpachte staat. De grond was verpacht aan de vader van de landbouwer. Volgens de Pachtwet had de landbouwer de pacht destijds kunnen overnemen in de plaats van zijn vader, omdat voor vader, gezien zijn leeftijd, verlenging van de pachtovereenkomst niet mogelijk was. Het verschil tussen de waarde in vrije staat en de waarde in verpachte staat is het zogenaamde pachtersvoordeel. Dat voordeel komt in beginsel toe aan de pachter, omdat hij het recht heeft om de grond voor de waarde in verpachte staat te kopen. Op de openingsbalans werd de grond opgenomen voor de hogere waarde in onverpachte staat. Met toepassing van de foutenleer corrigeerde de Belastingdienst dit in het jaar van staking van de onderneming. Het verschil tussen de waarde van de grond in vrije staat en in verpachte staat werd tot de stakingswinst gerekend. De landbouwvrijstelling was niet van toepassing op deze winst omdat het om het zogenaamde pachtersvoordeel ging. Het waarderingsverschil tussen grond in verpachte en in vrije staat is geen waardeverandering van de grond.
Naar het oordeel van Hof Den Bosch mocht de Belastingdienst de onjuiste waardering van de grond op de openingsbalans met toepassing van de foutenleer herstellen. De aankoop van de grond werd aangemerkt als eerste ondernemingshandeling. Dat de landbouwgrond buiten het kader van een onderneming als een belegging zou zijn aangekocht was niet aannemelijk. De rechtbank had eerder in gelijke zin geoordeeld.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het hof zonder nadere motivering ongegrond verklaard.