Onvoorzichtig rijgedrag is niet voldoende voor ontslag op staande voet
Hof Den Bosch is van oordeel dat het veroorzaken van een reeks van schades door een vrachtwagenchauffeur geen reden is voor ontslag op staande voet. Door een werknemer veroorzaakte schade aan goederen van de werkgever is pas aanleiding voor ontslag op staande voet als die het gevolg is van opzet of bewust roekeloos handelen. Er was wel sprake van onvoorzichtig en onoplettend handelen.
De werkgever had de chauffeur voor het ontslag al enkele keren een officiële waarschuwing gegeven voor zijn onzorgvuldigheid. Toen de chauffeur vervolgens in een week tijd tweemaal schade reed, was voor de werkgever de maat vol. De werkgever verweet de chauffeur roekeloos of in ieder geval erg onzorgvuldig rijgedrag. Nadat de chauffeur de nietigheid van het ontslag had ingeroepen, oordeelde de kantonrechter dat het ontslag op staande voet geen stand hield. Wel werd de arbeidsovereenkomst ontbonden onder toekenning van een vergoeding en met gedeeltelijke doorbetaling van loon.
In hoger beroep onderschreef het hof het oordeel van de kantonrechter dat de voor een ontslag op staande voet vereiste dringende reden zich niet had voorgedaan. Er was niet voldaan aan de eis van (bewust) roekeloos gedrag van de chauffeur. Daarom had de werkgever de arbeidsovereenkomst niet op staande voet mogen beëindigen.