Herinvesteringsreserve bij tijdelijk stilgelegde activiteiten
Een ondernemer hoeft over de boekwinst die hij behaalt bij de verkoop van een bedrijfsmiddel niet direct belasting te betalen. Voorwaarde is dat hij het voornemen heeft deze boekwinst te herinvesteren in andere bedrijfsmiddelen. Als aan het voornemen tot herinvestering is voldaan, kan de boekwinst tot uiterlijk drie jaar na het jaar waarin deze is behaald gereserveerd blijven. Onder omstandigheden is verlening van de herinvesteringstermijn mogelijk.
Door ziekte zag een ondernemer zich in 1999 gedwongen om zijn activiteiten stil te leggen. In 2000 verkocht hij zijn bedrijfspand. Voor de boekwinst op het pand werd een herinvesteringsreserve gevormd. Op verzoek van de ondernemer verlengde de inspecteur de termijn waarbinnen herinvestering moest plaatsvinden tot 1 januari 2009. De ondernemer ging in deze periode niet over tot herinvestering, waarna de inspecteur de herinvesteringsreserve toevoegde aan de winst over 2008. De ondernemer was het daarmee niet eens omdat hij meende dat hij in 1999 of 2000 zijn onderneming had gestaakt.
Volgens Hof Arnhem hoeft de beëindiging van de activiteiten niet te betekenen dat de onderneming is gestaakt, maar tijdelijk is stilgelegd. Voorwaarde voor een tijdelijke stillegging is dat de ondernemer op het moment van stilleggen het voornemen heeft de werkzaamheden binnen een redelijke termijn te hervatten. De hervatting van de werkzaamheden moet redelijkerwijs mogelijk zijn.
In dit geval stond vast dat de ondernemer steeds het voornemen heeft gehad zijn werkzaamheden weer op te pakken. Na ongeveer 2 jaar heeft de ondernemer zijn activiteiten hervat. Omdat de onderneming niet was gestaakt, was er geen aanleiding om de herinvesteringsreserve eerder dan in 2008 te laten vrijvallen.