Dienstbetrekking eindigt niet automatisch bij 65 jaar
In de arbeidsovereenkomst of in een CAO kan worden bepaald dat de dienstbetrekking van rechtswege eindigt bij het bereiken van een zekere leeftijd. Veelal is dat de 65-jarige leeftijd, aangezien dat de leeftijd is waarop de AOW-uitkering ingaat en ook de leeftijd is waarop veel pensioenregelingen gaan uitkeren. Bevat de arbeidsovereenkomst niet zo’n bepaling, dan loopt de dienstbetrekking in beginsel gewoon door.
Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bevatte geen bepaling waardoor het dienstverband van rechtswege zou eindigen bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Nadat een werknemer 65 jaar was geworden verzocht zijn werkgever het UWV om toestemming voor het opzeggen van de arbeidsovereenkomst. Nadat de toestemming was verleend heeft de werkgever de arbeidsovereenkomst opgezegd per 1 oktober 2012. Over de periode vanaf de 65e verjaardag tot 1 oktober 2012 betaalde de werkgever het salaris niet, ondanks dat de werknemer zich beschikbaar hield om zijn werkzaamheden voort te zetten.
De werkgever meende dat de werknemer op 65-jarige leeftijd met pensioen zou gaan, gelet op de bestaande pensioenregeling. De werkgever meende dat hij daarop mocht vertrouwen omdat het binnen de onderneming gebruikelijk was dat werknemers bij het bereiken van deze leeftijd ook daadwerkelijk vertrokken.
Volgens de kantonrechter is het in Nederland niet meer gebruikelijk dat men stopt met werken bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Er was daarom geen sprake van beëindiging van de arbeidsovereenkomst van rechtswege door “gebruik”. Dat er een uitdrukkelijke mondelinge afspraak zou zijn gemaakt dat deze arbeidsovereenkomst zou eindigen op de dag dat de werknemer 65 jaar zou worden bleek nergens uit.