Forfaitair rendement van box 3 niet omlaag
De staatssecretaris van Financiën heeft Kamervragen over de hoogte van het forfaitaire rendement van box 3 van de Inkomstenbelasting beantwoord. Dit forfaitaire rendement bedraagt 4%. Dat is het langjarig gemiddelde risicovrije rendement dat iemand moet kunnen behalen op zijn vermogen in box 3. Bij de invoering is het rendement op staatsobligaties gebruikt als richtlijn. Hoewel de staatssecretaris onderkent dat het rendement op spaargeld lager is dan 4%, is hij niet van plan het forfait te verlagen. Zo ontbreken de middelen om het fictieve rendement, al dan niet tijdelijk, te verlagen.
De staatssecretaris heeft geen plannen om de vermogensrendementsheffing te vervangen door een vermogenswinstbelasting. Voorafgaand aan de invoering van de Wet IB 2001 is de wenselijkheid van een vermogenswinstbelasting in Nederland onderzocht. De conclusie was dat een vermogenswinstbelasting tot grotere administratieve lasten en uitvoeringskosten zou leiden dan bij een forfaitaire vermogensrendementsheffing het geval is. Die conclusie geldt volgens de staatssecretaris nog steeds.